Hoofdluis

Alles over luizen en hoe je er vanaf komt…
Van alle schoolgaande kinderen krijgt 20 procent een keer met hoofdluis te maken, dat is dus ongeveer een kwart miljoen kinderen. Er gaan dan ook jaarlijks bijna 1 miljoen anti-hoofdluismiddelen per jaar over de toonbank.

Oorspronkelijk komen hoofdluizen van de voorlopers van de chimpansees en zijn al 5 miljoen jaar oud. Luizen lopen over, ze kunnen niet springen, vliegen of zwemmen. Ze hebben haakjes aan hun poten om zich te kunnen vasthouden aan haar. Ze zuigen bloed om aan voedsel te komen. Ze doen dat met een zuigbuisje waarmee ze de huid doorboren. Daar komen stoffen bij vrij die irritatie en jeuk veroorzaken. Luizen brengen geen ziektes over en kunnen verder geen kwaad behalve dan erge jeuk en irritatie.
Alleen de luis kan besmetting veroorzaken, de neten (eitjes) niet. Al bij normaal contact zoals spelen, loop je kans om luizen te krijgen. Ze komen alleen op het menselijke hoofd voor en niet op dieren.

Op school wordt er niet gecontroleerd. We vragen u als ouder om uw kind regelmatig te controleren op hoofdluis en neten. Mocht u hoofdluis of neten constateren bij uw kind, geef dit dan zo snel mogelijk door aan de leerkracht van uw kind. Bij aanwezig van luizen of neten in een klas wordt u als ouder door school geïnformeerd via de School-app.
Via deze link komt u bij de infobrief van de GGD. Bij aanwezig van luizen of neten in een klas wordt deze brief ook bij de deur van het klaslokaal gehangen, zodat u op de hoogte bent.

Door op de juiste momenten te controleren (plus nacontroles te houden) en het haar thuis goed te behandelen kunnen we samen proberen te zorgen voor een zoveel als mogelijk luizenvrije school. Een luizenbol wordt wel eens voor viespeuk uitgemaakt, maar het maakt niet uit of kinderen netjes of slordig zijn, schoon of vies haar hebben. Het komt dan ook in alle lagen van de bevolking voor.

Cookie instellingen